Chiropractie, osteopathie, manuele therapie en fysiotherapie zijn behandelvormen die zich richten op het bewegingsapparaat. Toch zijn er duidelijke verschillen in aanpak, opleiding en focus.

Chiropractie richt zich op de relatie tussen het zenuwstelsel (hersenen, ruggenmerg en zenuwen) en het bewegingsapparaat, met bijzondere aandacht voor de wervelkolom. Chiropractoren besteden een groot deel van hun universitaire opleiding aan het analyseren en behandelen van wervelkolomgerelateerde klachten. Ze zijn bovendien opgeleid om röntgenfoto’s en MRI’s te beoordelen en beschikken over uitgebreide diagnostische kennis.

Osteopathie richt zich naast het bewegingsapparaat ook op de organen en de schedel. Osteopaten besteden relatief veel aandacht aan de interne samenhang van het lichaam.

Manuele therapie is een specialisatie binnen de fysiotherapie die zich richt op het verbeteren van de functie van gewrichten, met name in de wervelkolom. De technieken zijn vaak gericht op mobilisatie en manipulatie, maar binnen een beperkter kader dan bij chiropractie.

Fysiotherapie richt zich hoofdzakelijk op het spierstelsel, vaak via oefentherapie, spierversterking en revalidatie. Fysiotherapeuten behandelen een breed scala aan klachten, van sportblessures tot postoperatieve revalidatie.

Geregistreerde chiropractoren hebben altijd een universitaire opleiding in chiropractie afgerond. Voor de andere beroepen is een universitaire opleiding niet vereist.