– Giles en Muller (JMPT 2005) onderzochten het lange termijn resultaat van behandelingen van chronische lage rugpijn (d.w.z. meer dan 13 weken klachten) bij een willekeurige groep van patiënten over een langdurige periode. Behandelmethoden waren: medicatie, acupunctuur en Chiropractie. Conclusie: bij patiënten met chronische lage rugpijn zou Chiropractie wel eens de enige behandelwijze onder deze methoden zijn, die belangrijke lange termijn resultaten oplevert.

– Aure OF et al. (2003) vergeleken de effectiviteit van Chiropractie (manipulatie zowel als mobilisatie) met therapeutische oefeningen bij patiënten met chronische lage rugpijn die langer dan 8 weken duurde. Zij concludeerden dat “er in beide groepen verbeteringen werden aangetroffen, echter met duidelijk beter resultaat in de groep die chiropractische behandeling onderging. Dit kwam in alle metingen naar voren, zowel op kortere als langere termijn.”

– Van Tulder, Koes en Bouter (1997), onderzoekers van de Nederlandse Raad voor Gezondheidszorgverzekeringen, gebruikten 48 willekeurige, wereldwijd gevonden onderzoeken die betrekking hadden op acute en chronische lage rugpijn. De onderzoekers vonden “sterke aanwijzingen” voor de effectiviteit van chiropractische behandeling bij chronische lage rugpijn. “Er zijn sterke aanwijzingen dat Chiropractie effectiever is dan placebo-behandeling van chronische lage rugpijn of de gewoonlijke zorg door huisartsen, bedrust, pijnstillers en massage.”

Bron:
Aure OF, Nilsen JH, Vasseljen O, “Manual therapy and exercise in patients with chronic low back pain:
A randomized, controlled trial with 1-year follow-up”. Spine. 2003 Mar 15;28(6):525-31.
Giles LG, Muller R, “Chronic Spinal Pain: A randomized clinical trial comparing medication, acupuncture, and spinal manipulation”. Spine. 2003 Jul 15;28(14):1490-502.
Van Tulder, Maurits W., Bart W. Koes, and Lex M. Bouter. 1997. “Conservative Treatmentof Acute and Chronic Nonspecific Low Back Pain: A Systematic Review of Randomized Controlled Trails of the Most Common Interventions.” Spine 22, no. 18: 2128-2156.